donderdag 12 juli 2012

WANDERBACH page 66


Complete hams, sausages, breasts and rumps disappear in the grinding mouth, sweeten with baskets full of fruit and flushed with gallons wine. La grande boeuf is a child’s play, Little Fat Man a toddler that has to learn. The dogs are not inferior to him and become as fat as young hippo’s, which doesn’t surprise him.
The stock stays maintained in spite of the un-allaying hunger that whirls his guts. Some ventilation from mouth or ass is enough to long for more, unsatisfied devouring. If it runs out he would start eating the Nymphs, Perlwachter and the dogs for dessert to devour himself in the end, all this to stop the raging hunger that gnaws inside and becomes more intense with every bite.
The Nymphs don’t eat anymore but watch excited. No encouragements like in the beginning and the guide quitted her exciting attentions.
Tork feels that the finale is near, yet he doesn’t have an idea what. It is the looks that accompany every bite and he gets the impression that he has to say something: a speech to thank the benefactors.
He swallows and forces himself not to reach for a next portion; it is difficult talking with a full mouth. He wants to rise for ceremonious words but his muscles are not used to the new weight and he tumbles helpless humiliating aside. For a moment he stays lying down, grabs all his willpower but falls again. Looking for help he stares around but only sees contorted faces of hate, pale and tensed that want him to eat further.
For one second Tork doesn’t know what to do. Tears weld. A word of thank was all he stopped for, just a moment and now it seems that all love has left them. Listless and alone he rolls helpless back and forth on his barrel rounded body and no one helps.
As a frightened child he scrabbles away from them and then hell vomits its bile. Bleak for anger Perlwachter jumps up, hauls at his hair to force him back to the bowls; the Nymphs dance shrieking around him. 

Hele hammen, worsten, borsten en billen verdwijnen in de malende mond, gezoet met manden vol fruit en doorgespoeld met liters wijn. La grande boeuf is kinderspel, Holle Bolle Gijs een peuter die moet leren. De honden doen niet voor hem onder en hebben inmiddels de omvang van jonge nijlpaarden, wat hem niet verbaast.
De voorraad blijft op peil ondanks de onstilbare honger die in zijn ingewanden vreet. Wat ventilatie uit mond of kont is genoeg om meer te verlangen, onverzadigbaar verslindend. Mocht het opraken, hij zou aan de Nymphen beginnen kluiven, Perlwachter en de honden als dessert om tenslotte zichzelf te verslinden, allemaal om de razende honger te stillen die aan hem knaagt en feller wordt bij elke hap.
De Nymphen eten niet meer maar kijken gespannen toe. Geen aanmoedigingen zoals in het begin en de gids stopte haar opwindende attenties.
Tork voelt dat de finale nadert, al heeft hij geen idee wat. Het zijn de blikken die elke hap begeleiden en het gevoel bekruipt hem iets te moeten zeggen: een speech om de weldoeners te bedanken.
Hij slikt en dwingt zich niet naar een volgende portie te reiken, het is lastig praten met volle mond. Hij wil opstaan voor plechtige woorden maar zijn spieren zijn niet gewend aan het nieuwe gewicht en hij stuitert hulpeloos vernederend op een zij. Even blijft hij zo liggen, grabbelt al zijn wilskracht bijeen maar valt opnieuw. Hij kijkt hulpzoekend rond en ziet alleen van haat verwrongen, bleek gespannen gezichten die willen dat hij verder eet.
Eén tel lang weet Tork niet wat te doen. Er wellen tranen. Een woord van dank was alles waarvoor hij stopte, heel even maar en nu lijkt alle liefde hen te verlaten. Vadsig en alleen rolt hij hulpeloos heen en weer op zijn tonnenrond lijf en niemand helpt.
Hij krabbelt als een bang kind bij hen vandaan en dan braakt de hel haar gal. Grauw van woede vliegt Perlwachter overeind, sleurt aan zijn haren om hem terug naar de schalen te dwingen. De Nymphen dansen krijsend rondom. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten