zaterdag 28 juli 2012

WANDERBACH page 72


That is what Perlwachter meant of course! No way to escape from the illusions; they will hinder them every time, and that’s why he mustn’t only be careful but in the first place look for weaknesses until he understands the trap and can break or neutralize it. That’s where their chances are, and already more satisfied he creeps out of the hiding-place.
Unconscious he assumed that Gods are infallible in spite of what Perlwachter told. He wasn’t aware because he didn’t believe in their existence, saw them as fantasy to inhibit believers, but the keeper said: ‘We will call them like that for now’; and meant that Gods are not like people see them, of which he got proof last night. They forgot to use his weakness and could have defeated him easily while he was helpless. That this didn’t happen says enough. Created after human measures they overestimate themselves and admittedly have powers that can harm or even destroy him, which doesn’t mean that they are infallible. How logic, because what use would this mission have? He would be chanceless!
This conclusion comforts. Whatever they are: Gods are not like humans believe. An arsenal of power but not omniscient or absolute, and full of shortcomings what means that they aren’t necessary immortal. They are vulnerable and Tork is determined to find this weakness to bring the possibilities to a more equal level.
The path descends steadily and the mountains become progressively lower until they reach an enormous plain that stretches endless.
Tork is glad to leave the deserted mountains and overseas the virgin landscape that reminds of wide plains. Fainted slopes covered with low bushes and in between high raised grass that waves in the non existing wind.  

Dat bedoelde Perlwachter natuurlijk! Aan de illusies valt niet te ontkomen. Ze zullen hen telkens dwarsbomen, en daarom moet hij niet alleen voorzichtig zijn maar vooral zoeken naar zwaktes totdat hij de val begrijpt en haar kan doorbreken of neutraliseren. Daarin liggen hun kansen, en hij kruipt al opgewekter uit de schuilplaats.
Onbewust ging hij ervan uit dat Goden onfeilbaar zijn ondanks wat Perlwachter vertelde. Hij stond er niet bij stil omdat hij niet in hun bestaan geloofde, ze als verzinsels zag om gelovigen in toom te houden, maar de wachter zei: ‘We zullen ze voorlopig zo blijven noemen’; en bedoelde dat Goden niet zijn zoals mensen hen zien, waarvan hij afgelopen nacht het bewijs kreeg. Zij vergaten zijn zwakte te benutten en hadden hem gemakkelijk kunnen verslaan toen hij hulpeloos was. Dat dit niet gebeurde zegt genoeg. Geschapen naar menselijke maatstaven overschatten zij zichzelf en beschikken weliswaar over krachten die hem kunnen schaden en zelfs vernietigen, wat niet betekent dat zij onfeilbaar zijn. Hoe logisch, want welk nut zou deze missie hebben? Hij zou kansloos zijn!
Die conclusie stelt gerust. Wat dan ook: Goden zijn niet zoals mensen geloven. Een arsenaal aan macht maar niet alwetend of absoluut, en vol tekortkomingen wat betekent dat ze evenmin onsterfelijk hoeven zijn. Ze zijn kwetsbaar en Tork is vastbesloten deze zwakte te zoeken om de mogelijkheden naar een gelijkwaardig niveau te brengen.
Het pad daalt gestaag en de bergen worden geleidelijk lager tot ze een enorme vlakte bereiken die zich onafzienbaar uitstrekt.
Tork is blij het doodse gebergte te verlaten en overziet het ongerepte landschap dat herinnert aan eindeloze steppen. Lichte glooiingen begroeit met laag struikgewas en daartussen hoog opgeschoten gras dat wuift in de afwezige wind. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten