His feeling says
that something is about to happen and he lurks around even more suspicious. The
walk is easy and they progress well. Mile after mile while not the smallest obstacle hinders. The dogs
don’t mind about the desolate landscape and sniff zigzag ahead without lifting
their head just once.
How long still? Tork is as fit as when they
started and he thinks that he can go on like this for miles. The light seems
never to disappear but there will be a moment that they have to pause and he
hopes that they are outside the arroyo by then. He doesn’t like the perspective
to sleep on this path; while awake the deserted surrounding is already bizarrely
and to rest in its gruesome silence is not where he wants to think of.
In stead of descending
any longer the path climbs and suddenly leans around a sharp bend. Tork stops
and looks suspicious at the green oasis in front of him in a hollow; a tight
and thick moss carpet where thousands of daisies bloom glows from the mountain
walls to the middle where it flows together around a large pond on which
hundreds of white water lilies float. Smooth as a sheet, a garden between
mountains, and even without fruit trees or bushes it reminds of Wanderbach which
makes him extra carefully. Nothing to hide behind but still the dogs are alert
and stop snuffling.
Again Tork tries
if it is an illusion and again without success and he decides to camp behind
the pond with the mountains covering their back. He knows that there are risks
but that is for every spot down here and maybe this is what it seems: an old
and forgotten garden.
Nothing grows
in the surrounding, what can explain why the moss is so intact: moss and
daisies, further nothing except the lilies in the pond. Without surrounding-seed no cross pollination.
Hij heeft het gevoel dat er iets op komst is en
loert nog oplettender rond. De wandeling is gemakkelijk en ze vorderen goed.
Kilometer na kilometer terwijl niet het geringste obstakel de doorgang hindert.
De honden trekken zich niets van het desolate landschap aan en snuffelen zigzaggend
vooruit zonder ook maar een keer de kop op te tillen.
Hoelang nog? Tork voelt zich nog net zo fris en
uitgerust als toen ze begonnen en denkt dat hij nog kilometers verder kan. Het
licht lijkt nooit te verdwijnen maar er komt een moment waarop ze moeten pauzeren
en hij hoopt dat ze dan uit de kloof zijn. Het vooruitzicht op het pad te
slapen staat hem niet aan. Wakker is de verlaten omgeving al bizar genoeg en
hij moet er niet aan denken in deze huiveringwekkende stilte te rusten.
In plaats van langer te dalen stijgt het pad en
helt plots rond een scherpe bocht. Tork blijft staan en kijkt argwanend naar de
groene oase vóór hem in een bergkom. Een dicht en dik mostapijt waarin
duizenden madeliefjes bloeien glooit vanaf de bergwanden naar het midden waar
het samenvloeit rond een grote vijver waarop honderden wit bloeiende
waterlelies drijven. Lakenglad, een tuin tussen bergen, en ook zonder
fruitbomen of struiken doet het aan Wanderbach denken wat hem extra voorzichtig
maakt. Er is niets om achter te verschuilen en toch zijn ook de honden waakzaam
en blijven snuivend staan.
Weer probeert Tork of het een illusie is en weer
kan hij niets ontdekken en hij besluit met de bergen als rugdekking achter de
vijver kamp te maken. Hij weet dat er risico’s zijn maar dat geldt voor elke
plek hier en misschien is dit wat het lijkt: een oude, vergeten tuin.
Er groeit niets in de omgeving, wat kan verklaren
waarom het mos zo gaaf is: mos en madeliefjes, verder niets behalve de lelies
in de vijver. Zonder omgevingszaad geen kruisbestuiving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten