Panicking he lets the amulet loose and pinches
both hands around the wheel. The water reinstates, splits
and climbs up.
Tork shakes the water from his hair and eyes like
a dog and stares wondering at the volatile sea. What was
this? He looks at the dangling
amulet, gropes it hesitating and again the swirling sea rushes over him until
he lets loose. To convince himself he tries it again with the same result. The amulet leads and frees the way.
Involuntary he looks behind towards the land
that has disappeared meanwhile, thinks back at the remarkable village and the
power of its inhabitants. Was Waja more faithful to him then he wants to
believe, or didn’t she count on his return and is this protection an unintentional
by-product? He will never know, but it’s clear where his strength came from when
he pushed the boat into the water. He gazes with more confidence in the distance
and is glad with the speed that leads him through the smooth furrow. No ship goes this fast. Without
drive it seems as if the bark is being driven by a turbo.
Tork doesn’t know how long he stands at the
helm; time is hard to tell in the grey dimmer. The summer has disappeared. The
light faded to threatening sallow-grey that dabbles Underearth in an
autumn-like depression.
- ‘After this winter will come,’ he murmurs. ‘Then
I have to be on the surface otherwise it will be too late.’ Tork knows that
this is true; that the Gods loose their power and once they have, Underearth
will stop to exist. He can only guess what comes in its
place.
Will the space be filled with solid matter, pressed
together; he also squeezed to fossil and in a far future maybe discovered if
archeologists succeed digging this deep? Or will magma demand
the space? Will he be singed in one
indivisible moment into atoms to be vaporized?
Yet it is not the case, even his chances are
small. It happens too fast. If he needs as much time as on his way in, it will
be too late. The passage from summer to autumn came so sudden that he fears
that winter can happen any moment.
In
paniek laat hij de amulet los en klemt beide handen rond het roer. Het water
herstelt zich, splijt, en klimt omhoog.
Tork
schudt als een hond het water uit zijn haren en ogen en staart verwonderd naar
de wispelturige zee. Wat was dat? Hij kijkt naar de bungelende amulet, betast
het aarzelend en weer valt de kolkende zee over hem heen totdat hij loslaat. Om
zichzelf te overtuigen probeert hij nog eens met hetzelfde resultaat. De amulet
leidt en maakt de weg vrij.
Onwillekeurig
kijkt hij achter zich naar het land dat inmiddels is verdwenen, denkt terug aan
het merkwaardige dorp en de kracht van haar bewoonsters. Was Waja hem beter
gezind dan hij gelooft, of rekende zij niet op zijn terugkeer en is de
beschermende werking een onbedoeld bijverschijnsel? Hij zal het nooit weten,
maar het is duidelijk waar zijn kracht vandaan kwam toen hij de boot te water
liet. Hij tuurt met meer vertrouwen in de verte en is blij met de vaart die hem
door de gladde geul leidt. Geen schip gaat zo snel. Zonder aandrijving lijkt
het of de bark door een turbo wordt voortgedreven.
Tork
weet niet hoelang hij al aan het roer staat, tijd is lastig te schatten in het
vale schemerlicht. De zomer is verdwenen. Het licht gedimd tot dreigend
vaalgrijs dat Onderaarde in herfstige neerslachtigheid dompelt.
-
‘Hierna volgt de winter,’ mompelt hij. ‘Dan moet ik boven zijn, anders is het
te laat.’ Tork weet dat het waar is, dat de Goden hun macht verliezen en
eenmaal zover zal Onderaarde ophouden te bestaan. Hij kan alleen gissen wat
ervoor in de plaats komt.
Zal
de ruimte zich vullen met harde materie, samengedrukt, ook hijzelf geperst tot
fossiel en in een verre toekomst misschien verwonderd ontdekt als het
archeologen lukt zo diep te raken? Of zal magma de ruimte opeisen? Wordt hij in
een ondeelbaar moment verschroeid tot atomen om te verdampen?
Nog
is het niet zo ver, al zijn de kansen gering. Het gaat te snel. Als hij er zo
lang over doet als over de heenweg, is het te laat. De overgang van zomer naar
herfst kwam zo plotseling dat hij vreest dat de winter niet lang op zich laat
wachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten