Tork runs towards the helm and changes course parallel
to the coast hoping to reach calmer water and to sail around the storm, yet he
fears that these immense waves are caused by the nearing decay. Maybe it is too
late, crossing the sea impossible and will he be forced back and wait together
with the Gods and their servants for the end. He stays at the helm, stares
intense to the north but wherever he looks seems the sea even wilder.
Pounding the bark plugs through the rebellious
waves which break under its keel and lift it for yards to throw it down again. How
long will the wooden vessel survive this? Yet he doesn’t feel fear, even he
should be scared to death.
Purposeful he grabs the wheel and forces the
boat through waves that almost rip the deck underneath him into pieces. He does
not feel any fatigue, but stares searching for a possibility to escape.
Tork is lucky when suddenly the water opens. Like
a narrow lane a quite furrow splits the yards-high waves. Without thinking he
pushes the boat abrupt into the narrow space, sheer northwest.
He wipes the sweat of his forehead, stays at
the helm, knowing that this peace can change any moment, but the bark sails
with immense speed through the calmness between the high rising water masses at
both sides. He is in awe. Not one droplet reaches the deck while it seems as if he sails under
water in an enormous velocity.
Is this the path to the Gods? But Waja said
that it wouldn’t be visible in this direction and it also doesn’t feel like on
his way in. It is the only possible passage. If the water surprises him further
down it is over.
While he stands at the helm tensed, the wheel
steady, he grabs the amulet without thinking. The wall of water collapses, hits
the bark furious and drags the boat into the deep.
Stampend
zwoegt de bark door de weerspannige golven welke onder haar kiel breken en de
boot meters optillen om haar opnieuw ruw neer te smijten. Hoelang houdt het
houten vaartuig dit vol? Toch voelt hij geen angst, al zou hij doodsbang moeten
zijn.
Vastberaden
grijpt hij het wiel en dwingt de boot over golven die het dek onder hem uit
elkaar dreigen te rukken. Hij voelt geen vermoeidheid, maar tuurt op zoek naar
een mogelijkheid te ontsnappen.
Tork
heeft geluk, want plotseling opent het water zich. Als een smalle laan klieft
een rustige geul de metershoge golven. Hij bedenkt zich niet maar duwt de boot
met een bruuske beweging in de nauwte, kaarsrecht noordwest.
Hij
wist zich het zweet van het voorhoofd, blijft bij het roer, er op bedacht dat
de rust ieder moment kan keren, maar de bark snijdt met ontzagwekkende vaart
door de kalmte tussen de aan weerszijden hoog oprijzende watermassa. Hij is
vervuld van ontzag. Geen druppel bereikt het dek terwijl het lijkt of hij met
enorme snelheid onder water vaart.
Is
dit het Godenpad? Maar Waja zei dat het in omgekeerde richting niet zichtbaar
is en het voelt ook niet zoals op de heenweg. Het is de enig mogelijke
doorgang. Als het water hem verderop alsnog overvalt is het gedaan.
Terwijl
hij gespannen aan het roer staat, het wiel onbeweeglijk, pakt hij zonder denken
de amulet. De watermuur stort in, slaat razend over de bark en sleurt de boot
naar de diepte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten