woensdag 28 juni 2017

Merlijn - regen

Plotseling begon het te regenen. Ik had geen wolkje gezien, er niet op gelet maar de douche was hevig en stortte zich omlaag waarom ik me achter Joos aan haastte die een van de tenten koos om er te schuilen.
Het was er bedompt, een te kleine ruimte voor te veel personen, en toch… het was er droog en warm.
Joos beduidde mij in kleermakerszit te gaan zitten en deed het voor alsof een mens niet kon weten dat hij ook met gekruiste benen plaats kon nemen.
Ik kreeg een kom aangereikt met daarin een heldere vloeistof die aan klaar water deed denken maar vaag naar anijs smaakte, een soort plaatselijke thee waarschijnlijk met een bedwelmend neveneffect. Ik moest tenminste een paar keer met mijn ogen knipperen om te focussen.
Ik keek rond, op zoek naar Merlijn, maar zag hem niet. “Hij is in de tent hiernaast”, grijnsde Joos, “bij vrouw San. Hij bezoekt haar telkens wanneer hij hier is. Ik denk…”, hij zweeg betekenisvol.
Ik was verrast. Merlijn…verliefd…of wie weet een affaire…met een vrouwelijk wezen dat niet eens mens was…
“Is het mogelijk, een mens…?”
“Wie zal het zeggen”, gniffelde de Handelees, “het is nooit geprobeerd voor zover ik weet, maar onze fysionomie komt redelijk overeen, geloof ik…”
“Maar Merlijn? Je weet toch hoe oud hij is?”
Joos schokschouderde. “Zo oud wordt niemand van ons, maar leeftijd doet er niet toe. Hier toch niet. Is het bij jullie anders? Wordt het fysiek onmogelijk na een bepaalde datum?”
“Dat niet, geloof ik”, antwoordde ik. “Maar oude mensen? Ik heb nooit de indruk dat ze er nog veel behoefte aan hebben. Maar Merlijn is anders dan een willekeurig oudere mens.”
Er kwam een pijp langs en ik bedankte als niet-roker. Joos maande mij echter: “Het hoort bij het gastenritueel. Je kunt niet weigeren”, waarom ik dan toch maar, en voorzichtig, een teugje nam van de scherpe rook die onmiddellijk in mijn mond en keel brandde.
Ik hoestte. Er werd verstoord naar mij gekeken. Hoesten was blijkbaar erg onbeleefd hier.
Dat beetje rook was echter nog bedwelmender dan de inmiddels geledigde kom thee. Alles draaide. De tent stond op zijn kop en wat en wie er ook binnen was wervelde als in een caleidoscoop. Niet dat het onprettig was. Wat ik tijdens de reis had gemist kwam hier uit de steel van een pijp en ik zakte loom naar opzij tegen een nog jonge vrouwelijke Handelees.
Giechelend ondersteunde ze mij en reikte tegelijk naar een schaal waarop een soort meelballetjes lagen die ze mij dwong te eten.
Eerst hield ze een balletje voor mijn mond maar omdat ik niet toehapte wreef ze het tegen mijn lippen, zolang tot ik mijn mond opende. Ze wrong het bolletje tussen mijn tanden, sloot mijn mond en hield haar hand ervoor terwijl ze met haar andere hand mijn keel wreef om mij tot slikken te dwingen. Dit herhaalde ze een paar keer en de verdwazende mist trok langzaam op en ik ging recht zitten, verontschuldigde mij.
Ze schudde haar hoofd, haar ogen glommen. Joos stootte mij aan en fluisterde: “Je hebt een partner gekozen.”
Ik begreep het niet. “Een partner waarvoor?”
“De copulatie”, verklaarde Joos ongeduldig. “Weine is erg vereerd dat jij voor haar bent gevallen…”
“Gevallen? Je bedoelt? Dat was de rook uit de pijp. Het was geen vrije wil.”
“Deze cultuur gelooft dat de rook stuurt. Het is geen toeval dat je op Weine’s schoot belandde…”
“Ze zat anders wel toevallig naast mij.”
“Voorbestemd. Wij hebben deze tent gekozen om te schuilen, waarna je naast haar bent gaan zitten…”
“Naast jou”, verbeterde ik.
Joos wuifde met zijn hand. “Dat doet er allemaal niet toe. Het is gegaan zoals het ging en de traditie eist dat je met haar het bed deelt.”
“En als ik dat niet wil?”
“Dan zal de gemeenschap jou doden!”
“Pardon?”

“Dat is het gebruik. Er valt niet aan te tornen. Je kunt er trouwens maar beter voor zorgen dat je haar het plezier geeft waar zij zich nu op verheugt, anders zul je alsnog hier je leven laten.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten