“Dat is wat jij zoekt”, sprak Merlijn: “Hoop! En na je ervaring met Desolaat vind je het moeilijk daar iets van te vinden, wat begrijpelijk is.”
“Zijn er wel werelden waar het goed gaat?” vroeg ik. “En kom me niet met de elfen aanzetten want hoe zij die trollen tolereren vind ik ook maar niks.”
Merlijn lachte. “Het ideale romantische paradijs zul je niet vinden. Overal mankeert wel wat aan maar dat kan ook niet anders. Een wereld zit niet alleen vol verschillende samenlevingsvormen, elk organisme heeft ook nog een eigen mening over hoe het volgens hem of haar zou moeten. Daarnaast moet er gegeten worden wat als regel betekent dat je er andere organismen voor moet doden. Het basisgegeven is niet ideaal en romantisch en neigt eerder naar mislukken dan naar slagen en misschien is dat ook wel de bedoeling op de lange termijn want er bestaat niet zoiets als eeuwigheidswaarde. Alles zal uiteindelijk verdwijnen. Het een houdt wat langer stand, het andere korter. Het gaat er veeleer om wat je ermee doet. Hoe plezierig of onplezierig je het anderen maakt en dan doel ik niet alleen op de eigen soort.
Ik heb het ook niet over geloven. Religies hebben de mensheid ook geen goed gedaan. Ze creëerden vooral nieuwe kasten van hebberds waardoor er nog meer conflicten en dus oorlogen ontstonden. Niet dat die er zonder religies niet waren geweest. Dan had de mens wel andere wegen gevonden om zich te verrijken want dat is waar de mensheid aan kapot gaat: het altijd meer willen hebben dan een ander.
De mens is het meest ontevreden schepsel dat ik ken, het leeft voor klagen en vergaren. Het is nooit genoeg. Het nieuwste van het nieuwste zal en moet om vervolgens te scanderen dat het vroeger toch beter was. Dat is het altijd weerkerend refrein van het menselijk leven: de ontevredenheid tussen opkomst en ondergang. Ook jij maakt je daar schuldig aan, want wat is er mis met het mededogen van de elfen? Het is een heel wat beter uitgangspunt dan de haat en nijd der menselijkheid.”
Ik moest onwillekeurig lachen. De tovenaar had een punt natuurlijk en het was gek maar zijn woorden alleen milderden de diepe wanhoop die ik voelde. Niet dat ik plotseling euforisch werd of wist wat me te doen stond maar er gloorden wat lichtende spikkels in het zwart. “Wat kan ik doen?” vroeg ik zacht.
“Voorlopig, leren”, sprak Merlijn ernstig. “Daarna zul je wegen vinden om wat je hebt geleerd aan anderen duidelijk te maken.”
“Missionaris. Het staat niet ver van religie wat jij probeert.”
De oude zuchtte. “Kijk er tegenaan zoals je wilt. Nietsdoen is geen optie en benoemen heeft geen zin. Het gaat om meer dan wat zieltjes winnen. Als de mens verdwijnt trekt hij het hele systeem zoals dat nu bestaat met zich mee. Daar rust een grote verantwoording. De aarde blijft en draait rustig verder. Waarschijnlijk zullen er nieuwe soorten ontstaan al is dat niet zeker, maar alles wat nu leeft zal fikse klappen krijgen want de mensheid gaat niet alleen, daar zorgen zij wel voor. Bovendien, zoals ik al vaker heb gezegd, als je een schakel wegneemt zullen er meer verdwijnen: niets bestaat in z’n eentje en op zichzelf.
Dat is een optie. De andere is alles op zijn beloop laten, zoveel mogelijk vergaren en zorgen dat jouw leventje zo gemakkelijk en rijk mogelijk verloopt. Zo leven er veel, zo niet de meesten. De hypocrisie van het bestuur of de religie zit in ieder mens gebakken. We zijn niet vrij van ‘hoe het ons het beste uitkomt’. Een groot struikelblok omdat het algemeen telkens weer in conflict komt met het eigenbelang en voortdurend te moeten afwegen is niet gemakkelijk. En toch is er hoop, toch zijn er steeds meer die zien en begrijpen dat deze weg een fatale is. Daarom gaat het. Niet zozeer om de massa die een volgende hype omarmt maar om het daadwerkelijk begrijpen: individu per individu, dat we zo niet alleen onszelf maar een hele wereld verliezen…”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten