maandag 5 juni 2017

Merlijn - Joos

Merlijn stelde mij voor aan Joos, een van de Handelezen waarmee hij in het verleden contact had gehad. Hij was niet echt een wachter maar meer een vrijwilliger die de link controleerde en in de gaten hield. Hij keek niet op van een mens meer of minder en was in het geheel niet onder de indruk van mijn plotselinge aanwezigheid.
“Is er iets dat je nodig hebt?” vroeg hij belangstellend. Ik keek blijkbaar nogal verward. “Kunnen we iets voor je maken?” informeerde hij. Toen begreep ik het.
“Nee, dank je”, glimlachte ik.
Joos keek misnoegd naar Merlijn. “Waarom neem je niet eens iemand mee die goed is voor de handel? Hier komen kijken mag natuurlijk maar het is veel leuker als we ook iets voor jullie kunnen betekenen. Mijn aanbod om onze handel naar de mensenwereld uit te breiden, geldt trouwens nog steeds.”
“We zijn hier om te leren”, lachte Merlijn.
“Handel is heel leerzaam”, wist Joos beslist. “Je kunt je geen betere contacten voorstellen dan via de handel.” Merlijn knikte wijs maar onthield zich van commentaar.
“Wat zou je mij kunnen aanbieden?” sprak ik verzoenend.
“Oh, alles! Noem het en wij maken.”
“Wij?”
“Wij Handelezen”, reageerde Joos ongeduldig.
“Het maakt voor jou niet uit wie eraan verdient?”
“Natuurlijk niet!”
“Dat is nobel van je.” Ik dacht na. “Wordt jullie winst dan evenredig over heel Handel verdeelt?”
“Winst?” Hij leek het begrip niet te kennen.
“De meerwaarde op het product dat je verkoopt.” Geamuseerd gadegeslagen door Merlijn legde ik in het kort uit wat ik bedoelde.
“Ah ja, diefstal”, sprak Joos. “Merlijn heeft me ooit uitgelegd hoe mensen handel drijven. Bij ons is dat anders. Het getuigt niet van goed fatsoen om meer dan de waarde te vragen.”
“Hoe bereken je de waarde van iets?”
Joos schokschouderde. “Dat is simpel. De kost voor de materialen plus de tijd en kennis die je nodig hebt om iets te maken. Stel je vraagt mij om een brood. Meel, water, gist en zout kosten ongeveer tien valuta. De tijd om het te maken en de kennis van de bakker kosten nog eens tien valuta. Een brood kost dus ongeveer twintig valuta.”
“En een kast?” vroeg ik belangstellend. “Zo groot als ik ben en drie keer mijn breedte.”
Joos sloeg aan het rekenen en kwam aan een totaal van tweehonderd valuta, tien keer zo veel als een brood. Ik geloofde mijn oren niet.
“Het hout groeit vanzelf. Je betaalt alleen voor de aanplant en het rooien”, verklaarde Merlijn. “Natuurlijk duurt het langer om een kast te maken dan om een brood te bakken. Daarin zit het verschil.”
“Ja maar”, sputterde ik. “Als ik tien valuta gelijkstel aan een dollar…”
“Niet eens”, onderbrak Merlijn. “Als je de waarde vergelijkt is het nog niet de helft.”
“Een handgemaakte kast voor minder dan tien dollar?”
Joos knikte enthousiast. “Eindelijk iemand die begrijpt hoe interessant het is om met mensenwereld handel te drijven.”

“Dat denk ik niet”, reageerde ik onthutst. “Het zou jullie en onze economie volkomen ontwrichten.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten