Het zinde me niks. Wat wist ik van deze wezens, en nog minder van Weine die zo blij leek met mij. Dacht ik eindelijk een stuk van de puzzel te hebben gevonden in een economisch systeem dat wellicht ook op menselijke maat kon worden gesneden, dook er weer een andere onvolkomenheid op. Althans, zo zag ik het. Waarom konden denkende wezens elkaar niet gewoon met rust laten, altijd liep je wel ergens tegen een vorm van dwang aan, en als ik ergens een hekel aan had…
Plotseling dook Merlijn op, keek geagiteerd in het rond en vond blijkbaar diegene die hij zocht want hij wenkte waarna de mannelijke Handelees opstond en naar de tovenaar liep.
“Wat heb ik gehoord?” baste de oude. “Ik kan m’n kont niet keren of er gebeuren ongelukken. Dit feestje gaat niet door”, sprak hij streng. “Hij is mijn leerling! Weet je hoeveel tijd en energie ik al in hem heb gestoken? Straks moet ik helemaal opnieuw beginnen omdat hij een slecht minnaar blijkt, want geloof me: ervaring op dat vlak heeft hij niet. Hij staat buiten jullie cultuur. Plezier is geen vereiste. Hij moet leren!” Merlijn zweeg. De Handelees stond er wat beteuterd bij na de eeuwenoude bolwassing.
“Ik moet het met de raad bespreken.”
“Jullie beraden maar, maar neem in acht wat ik heb gezegd, want je kunt ervan verzekerd zijn dat ik een vloek over jullie volk uitspreek wanneer ik hier mijn leerling verlies. Laat dit gezegd zijn.”
Iedereen dromde plots naar buiten waar het nog wat namiezerde. De raad kwam samen en dat wilde niemand missen.
Merlijn nam geen genoegen met een eerste boze uitval. Zijn volgende slachtoffer was Joos. “Hoe kon je dit laten gebeuren?”
“Ik heb geen invloed op deze cultuur!” verdedigde Joos zich fel.
“Je kent de ceremonies, wist wat er ging gebeuren en liet toe dat hij rook binnenkreeg. Dat had je moeten voorkomen”, brieste Merlijn.
Ik deed er blijkbaar helemaal niet toe, stond erbij terwijl er in de derde persoon over mij werd gebakkeleid. Joos zweeg bedremmeld. Hij had me zelfs aangemoedigd toen ik de pijp weigerde en hoopte dat Merlijn dit nooit zou weten, waarom hij mij smekend aankeek en ik begreep en knikte. “Als dit misgaat”, hernam Merlijn, “ben ik met jou nog niet klaar.”
“Hoe komt het dat jij hier zo te keer kunt gaan?” vroeg ik, toch nieuwsgierig.
“Oh…”, hij wuifde, “ik ben toch tovenaar voor iets”, grijnsde hij.
Ik keek naar Joos. “Vrouwe San…, maar niet alleen dat”, haastte hij zich toen hij Merlijn’s waarschuwende blik zag. “Dit volk is hem veel dank verschuldigd. Hij heeft hen vaak geholpen. Ze zijn gek op rituelen en ceremonies en Merlijn is een autoriteit op dat gebied.” Meer kwam ik niet te weten, zeker niet zolang de tovenaar in de buurt was want als blikken konden doden was Joos er niet meer geweest. Het handelde om iets geheimzinnigs, zoveel begreep ik wel, want de invloed van de toverende mens was onmiskenbaar hier.
Ondertussen lette ik op de raad, tussen hoop en vrees want ik begreep niets van hun taal of hun gebaren: heftige gesticulaties, hoofdschudden, soms sprong een van hen verontwaardigd op. De ene keer meende ik opgelucht dat ik er was, het volgende moment werd al mijn hoop de bodem ingeslagen. Ik was echt bang, vertwijfeld en onzeker en om in deze conditie te moeten beminnen zou gegarandeerd faliekant aflopen.
Weine stond wat terzijde, al haar aandacht op de raad gericht, maar ze glimlachte bemoedigend toen ze zag dat ik naar haar keek, en toch… in haar blik las ik dat ze verloor. Of zag ze het niet als verlies? Hoe werkte een enge verbintenis tussen twee individuen hier emotioneel? Ik had geen flauw idee, maar toen de raad hun besluit in mijn voordeel uitsprak kwam ze naar me toe. “Jammer, ik had het vast leuk gevonden”, verzekerde ze. Geen spoor van rancune, of zich afgewezen voelen. Niet het minste teken van wrok, maar diepere gevoelens kwamen er dan ook niet aan te pas. Wellicht daarom. Het toeval bracht ons bij elkaar wat Merlijn weer wist te scheiden, maar ook tegenover de tovenaar vertoonde ze geen spoor van negativisme, hoewel de gang van zaken eenmalig was en zonder precedent. Ieder ander had gevolg moeten geven aan deze toevalligheid die wellicht minder toevallig was omdat ieder ander ook was voorbereid op de mogelijkheden en haar consequenties.
Ik voelde me opgelucht en dankbaar naar Merlijn die nog maar eens wuifde toen ik dat wilde uiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten