zaterdag 29 oktober 2016

ondergang v.d. mens - land verdwijnt

LANDJE PIK!

Voor wie het nog niet weet: het is bezig! Eilandjes verdwijnen, en de bevolking is verplicht naar elders te verhuizen. De zee neemt, en toch is de stijging van het waterpeil nog minimaal.
Die stijging zal toenemen, of we willen of niet. Beheersbaar als we braaf zijn. Niet te beheersen als we op de huidige voet verdergaan.
Land is wat de mens bindt, al kan hij het op zee een tijdje volhouden, het blijft een dier met droge voeten. Ooit zijn weliswaar de eerste levens uit het water gekropen, maar de mens is op land gevormd, en heeft zich hier ontwikkeld. “Waterworld” is utopie. Misschien zullen we ons aanpassen in het geval dat we gedwongen zijn in water te leven; evolueren, maar we zouden geen mens meer zijn, geen homo sapiens naar de geldende definitie. Homo aquensis wellicht, en in het beste geval, terwijl we nu al moeite hebben om homo sapiens uit andere streken te accepteren.
Land zal ook nooit helemaal verdwijnen, daar is gewoon niet genoeg water voor op onze planeet, maar het zal afnemen, van een beetje, over flink, tot tussen de 40-50% (schattingen lopen uiteen en zijn nooit precies).
Geen nood, denkt u, 50% dat moet lukken, maar het zijn niet de gemakkelijkste delen die gespaard blijven. Onherbergzame, hooggelegen streken, met vaak veel minder vruchtbare grond, en als de gletsjers eenmaal gesmolten zijn zal er nauwelijks nog verse leem worden aangevoerd om oude, uitgeputte lagen te vervangen. Een probleem voor elke boer, nog afgezien van de onmogelijkheid van irrigatie in droge streken.
Grote delen van het resterende land zullen worden omgevormd tot maanlandschappen, waarop het uiterst moeilijk overleven is. In die delen zal de natuurlijke vegetatie van goeddeels tot helemaal verdwijnen.
Een ver-van-mijn-bed scenario? Weet dan dat dit nog voor deze eeuw kan zijn als we voortgaan zoals we doen. Het kan uw kleinkinderen of zelfs uw kinderen treffen dat ze met een wapen in de vuist een vierkantemeter vruchtbare grond moeten verdedigen.
Dat zulke dingen zomaar kunnen gebeuren zien we dagelijks in het nieuws, zonder dramatische tussenkomst van de natuur nog, maar ook van het boven geschetste scenario blijft de mens de veroorzaker.
Het verdronken land, een Atlantis dat meer dan de helft van de beschaving omvat, en wij geven dat zomaar prijs, laten ons sussen door beleidsmakers, en “welvaarten” rustig verder in het volste vertrouwen, tot het dak ons op het hoofd valt, en we angstig en beduusd omhoog kijken, maar dan… is er niets meer tegen te doen.
Nu nog wel! Ik heb het al vaker betoogd: we moeten terug naar aanvaardbare proporties, een deel van onze welvaart afstaan om tot een gelijkmatige verdeling te komen; een voor een, tot we met allemaal zijn. De durende groei afremmen, omdat de stijgende groei van het water er gelijke tred mee houdt. En het moet kunnen; het alternatief is immers een zekere catastrofe waar u en ik misschien nog weinig van zullen ondervinden, maar uiteindelijk draaien hele generaties ervoor op!
Dat vergt een omslag in het maatschappelijk denken. De huidige neoliberale en kapitalistische beleidsmakers moeten dringend aan de kant omdat ze geen andere denkwijze kennen dan die van de groei, die ze inmiddels bewandelen a.d.h.v. de piste: “schone” energie. Ik beweer niet dat hier totaal geen impact vanuit zal gaan, maar het is simpelweg niet genoeg. Te weinig, te laat, wat betekent dat we rigoureus terug moeten: inleveren, en dat hoort niemand graag.
Dat inleveren moet een doel hebben; niet zoals nu “het stimuleren van groei”, maar een doel waarin zich toch de meesten kunnen vinden, en dat is al lastig genoeg.
Wat ik op mijn wandelingen tegenkom aan achteloos gedumpt afval, sluikstort, of naar de kloten geholpen paden door te zware landbouwmachines, verraadt dat de mens maar weinig eerbied heeft voor de grond waarop hij leeft. Het zal hem een zorg zijn, en heft vrolijk een klaagzang aan wanneer, na regenval, die kapot gereden paden onbegaanbaar zijn. Dan is plots zijn vrije tijd verstoord. Hetzelfde wanneer een passerende hond een drol in zijn tuin heeft achtergelaten, want dat is ZIJN stukje grond, waarom hij er zelf geen rotzooi deponeert, maar dat liever in het vrije doet, liefst vanuit zijn auto op plaatsen waar het verboden is voor gemotoriseerd verkeer.

Dat is een schets van het beest dat zijn eigen soort moet zien te redden, niet de wereld, want die kan dat zelf, liefst zonder onze hulp. Ik vind dat geen hoopvolle gedachte, en vraag me regelmatig af: hoe lang nog, voordat de hele zwik in elkaar stort?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten