ALLEMAAL BOTER OP ONS HOOFD
We zijn allemaal schuldig, niemand uitgezonderd, vooral omdat het niet eenvoudig is eenmaal verworven welvaart weer af te staan. We houden graag wat we hebben, en sluiten de ogen voor de keerzijde, en daarom gaat het mis.
Zelfs wie zich wel bekommert kan niet zonder. Niemand gaat werkelijk terug naar een voor het milieu aanvaardbaar niveau. Wat we ook bedenken: zonnepanelen, windturbines, regentonnen, of inkopen rechtstreeks bij de boer, we blijven slaven van de consumptiemaatschappij en kopen keurig wat wordt voorgeschreven, met toch wel een smartphone, of een computer: je kunt niet zonder, een autootje voor de deur, want het OV is ook duur. We willen toch onze vakantie, al is het maar eens per jaar, en stoken tonnen CO2 in de oververzadigde atmosfeer. En dan heb ik het nog niet over vlees, alle verpakte rommel die we dagelijks naar binnen slaan, en we troosten ons met de gedachte dat we het grof vuil naar het containerpark brengen, afval scheiden, en elk papiertje keurig in een vuilnisbak deponeren. Maar ondertussen gebruiken we wel die batterijen, doen mee met elk door de commercie bedacht feest, want moeder moet in de bloemetjes gezet, en Halloween is toch zo leuk voor de kinderen. Ondertussen groeit de wereldbevolking, verdubbelde bijna in de laatste 60 jaar, want we willen ook allemaal oud worden, en liefst zo lang mogelijk van een welverdiend pensioen genieten. Maar de druk loopt op, en net als bij een vat zal het op een dag exploderen omdat de ventielen het begeven.
We hebben allemaal boter op ons hoofd, want niemand doet een werkelijke poging dit te stoppen. Waarschuwen, klagen en lapmiddelen waarmee we ons geweten sussen. Met de vinger wijzen; het is de schuld van de beleidsmakers, de multinationals en bedrijven, maar zonder ons zouden zij er gewoon niet zijn.
Ook ik maak me er schuldig aan. Mijn vrouw is onlangs overleden, en dan moet er worden opgeruimd. Ik was niet in de stemming, had ook te weinig tijd om alles netjes te scheiden, en naar de verschillende inzamelpunten te brengen, en dus pleurde ik de hele mikmak in te dure vuilniszakken, en troostte me met de gedachte dat het maar eenmalig was, maar ik verzaakte natuurlijk terwijl ik, hoe hypocriet, aan deze bespiegelingen verder werkte.
Zo is de mens. Hij creëert zijn eigen uitzonderingen, maar draagt intussen bij aan de verdere vergiftiging van zijn omgeving.
Zo is de mens. Hij verschuift het probleem naar de verkozenen, en klaagt vervolgens dat zij te dure of te lastige maatregelen nemen, waarbij we ook nog massaal stemmen op diegenen die alleen maar in groei zijn geïnteresseerd, want diep in ons hart willen we helemaal niet inleveren, maar doorgaan op onze veel te grote voet, terwijl we hopen, er zelfs vanuit gaan dat alles toch wel goed zal komen.
Zo is de mens. Bezorgd vernemen we het nieuws over weer een reeks aardbevingen, overstromingen, extreme weersomstandigheden, en mensen die elkaar om de verschrikkelijkste hebzuchtige redenen afslachten, en we prijzen ons gelukkig dat het ons niet betreft, of realiseren ons zelfs niet dat we de dans alweer zijn ontsprongen, totdat we zelf de klos zijn, en zelfs dan…
We zijn in staat om alles in vakjes te stoppen die er keurig voor zorgen dat wij netjes ingekapseld blijven, waardoor het lijkt of het ergste telkens aan ons voorbijgaat. Maar intussen wordt beschermen almaar duurder, tot ook de welvaart niet genoeg middelen produceert om ons langer te behoeden.
Dat is al merkbaar; er is niet genoeg geld voor zorg, sociale opvang, cultuur, onderwijs…, terwijl de welvaart groeit (want dat willen we, daarvoor nemen we de moeite om te gaan stemmen), en is daarom nog nooit zo hoog geweest. Maar middelen eenmaal uitgegeven aan wat we aan de andere kant verknoeien, moet op menselijke maat worden ingeleverd; en daarvoor kiezen wij… uiteindelijk tegen onszelf!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten