maandag 13 mei 2019

Epos over de mens CXLVIII


Tussen Hans en worst bevond zich de onmetelijke dorst
naar meer, veel meer van hetzelfde dat achter ieder hoekje loerde
waar het luisterde naar de duif die koerde dat het zo niet langer kon
en daarbij verzon hoe het vliegensvlug zijn deel moest halen
zonder er al te veel voor te betalen om zijn centen te sparen,
want vliegen hoeft niet duur te zijn zolang je het op de toekomst kunt verhalen.

In het belang van het behang
wordt hier vanaf nu niet meer gerookt
of zelfs nog maar ’n potje gekookt.
Het moet gedaan zijn met verontrustende dampen
die zich mengen tot vijandige kampen
waaraan je dood kunt gaan
en daarom is het vanaf heden met elke damp gedaan.

Bij de Begijnen op de Begijnendijk in het Begijnenhofje
kwispelde een patertje met lonkende ogen
terwijl hij voorovergebogen door een raampje loerde,
streek zijn hand over het ruitje omdat een hinderlijk stofje
hem het zicht ontnam op zijn favoriete Begijntje 
dat telkens na het nuttigen van haar maal, hevig hikte en boerde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten