Op de pijnbank zitten twee teven
te staren naar de overkant
naar de lange wand van ongeboren leven
en de kast met onverstand
waarin een enkel plaatsje vrijgelaten werd
als een diep donker gaatje
in het ongeziene vlees
dat in grote brokken is vermalen
om als vulsel te kunnen dienen
voor wie het niet verdienen te sterven
of de zonden der mensheid te erven.