Politiek als zwengel van het economische systeem dat zich vooral om welvaart bekommert, verpakt in een heel dun laagje welzijn, is de formule waar grote groepen zich weliswaar tegen verzetten, maar met verbazend weinig succes. Is het verzet dan niet groot genoeg? Blijkbaar niet volgens de verkiezingsuitslagen in nagenoeg de hele welvaartswereld, die als vanzelfsprekend en vanuit haar materiële positie, globaal de toon zet. Wat doen al die honderdduizenden proteststemmers op de dag dat het erop aankomt? Blijven zij thuis, of laten zij zich uiteindelijk toch weer ringeloren door de zekerheid van de korte termijn? Politieke aardverschuivingen zijn zelden of nooit aan de orde. “Het werk” kan telkens weer worden verder gezet door conservatieve elementen die maar in een ding zijn geïnteresseerd: het materiële behoud van wat we hebben, en liefst de uitbreiding daarvan.
Het is niet mijn bedoeling de schuld van de aanstormende malaise in politieke schoenen te schuiven; daarvoor hebben wij met ons allen veel te veel boter op ons hoofd, maar politiek is wel de gangmaker van ons systeem, en het is verbazend en verontrustend hoe weinig invloed idealistische of dissidente stemmen binnen dit bolwerk hebben, wanneer je dit afzet tegen de vaak massale opkomst bij protestdemonstraties.
“Het zal zo’n vaart wel niet lopen”; was in de menselijke geschiedenis al vaak de oorzaak van nauwelijks te overziene ellende. De mens als positieve denker, totdat hij tot zijn afschuw en verontwaardiging met het tegendeel wordt geconfronteerd. Dit lijkt telkens weer als bij verrassing te komen, die, achteraf gezien, ook telkens weer verbazing wekt. Deels is dit de schuld van de politiek, met haar sussende boodschappen om haar beleid te rechtvaardigen. Deels ook de naïviteit van de mens die meer hoopt dan gelooft dat alles zal blijven zoals het is.
Wat dat betreft leren we absoluut niet van ons verleden. Niks is ooit gebleven zoals het was. Integendeel! Het zijn juist de veranderingen die ons van rechtop lopende “apen” tot hier hebben gebracht; en veranderingen worden per definitie niet door conservatieven in gang gezet.
Politiek, in welke vorm ook, gaat vooral over het behoud van het bestaande, omdat verandering een niet te berekenen risico inhoudt voor m.n. de heersende klasse. Verandering kan namelijk in de eerste plaats betekenen dat die klasse haar heerschappij verliest. Diegene die het meest te verliezen heeft is dan ook altijd diegene die het minst de verandering wil, zelfs al ziet hij dat daarmee het algemeen belang het meest is gebaat.
Dat verklaart waarom catastrofes schijnbaar altijd als bij verrassing komen, terwijl het juist achteraf meestal duidelijk is dat ze moesten plaatsvinden.
Daaruit volgt dat de mens vooral een kortzichtig beestje is, dat het gros van de ellende aan zichzelf heeft te wijten.
Politiek is dan ook geen intelligent spel, maar een dat zich vooral laat leiden door belangen die veelal economisch worden gedicteerd. Hoezeer ook verkondigt; het gaat hierbij niet zozeer om de mens als wezen, maar om de mens als getal: het aantal dat de materiële vooruitgang in stand moet houden. Daarin verbergt zich de leugen, en de reden waarom veel kiezers zich telkens weer bedrogen voelen. De beloften lijken ingelost, maar scheren langs het menselijk individu, dat zelfs als groep niet voelt dat er aan hun behoefte is voldaan. De beloften dienen dan ook een belang dat niet algemeen is, maar inherent aan het systeem waarin het individu als wezen geen plaats heeft.
Wij, de mens, zijn onderdelen van het systeem geworden, wat daarom weer verklaart waarom individualisme en eigenbelang steeds meer opgang vinden. Het is een vorm van overleven het ego naar voren te schuiven wanneer de samenhang alleen nog systeem gericht blijkt. “Waarom zou ik mij nog langer gedragen als iedere beslissing van hogerop geen rekening met mij lijkt te houden”; is niet zomaar een klacht, maar een die hout snijdt naar menselijke maatstaf gemeten.
Goed verwoord!
BeantwoordenVerwijderen