Crisis is van alle tijden en op zichzelf niets nieuws. Wat echter wel nieuw en tevens alarmerend is, is de hoeveelheid gerelateerd aan ons huidige bestaan. De peiler van het systeem, de monetaire voorziening, dreigde in te storten, en moest worden gered met middelen die werden weggehaald bij de grootste gemene deler. Dit ging massaal ten koste van welzijnsvoorzieningen zoals zorg, educatie en cultuur, maar het moest; zo werd beweerd, om een nog grotere ramp te voorkomen.
Een ramp voor wie? Voor diegenen die traditioneel en in evenredigheid toch al het minste bijdragen aan de algemene pot, al beweren zij natuurlijk het omgekeerde. Want zorgen zij immers niet voor werkgelegenheid en gegarandeerde groei?
Sinds de traditionele medicijnman (de goede niet te na gesproken) die met hocus-pocus en bovennatuurlijke rimram zijn aanhangers koest hield en daarmee vooral zichzelf bevoordeelde, is er niet veel verandert. De huidige noemen zich: captain of industry of CEO. Bovennatuurlijk wijzen zij categorisch af omdat het gemene volk daarin niet meer gelooft. In plaats daarvan werd een nieuw toverwoord bedacht: welvaart! Maar de methoden bleven dezelfde: veel hocus-pocus met woorden, en status, omdat zijzelf van die welvaart het meeste hebben.
Natuurlijk moet je delen, daarover zijn alle partijen het om moverende redenen eens, maar “ik een beetje meer dan jij”, is onveranderlijk blijven bestaan.
Het is je reinste kul om het redden van banken als reden te geven om aan welzijn te tornen. Daarom gaat het immers niet. Welzijn hoeft niet per definitie gefinancierd, maar vereist een andere organisatie dan de neo-liberale humbug van het kapitalisme dat letterlijk alles in een bedrijfsmodel giet om reden van maar een bestaansgrond: het genereren van winst! En precies daar schuilt het venijn.
Winst kun je zelfs maken met helemaal niets. Je hebt er alleen geld voor nodig, een product dat op zichzelf zonder waarde is, en bedacht werd om de waarde van goederen beter en eerlijker (sic!) in te schatten.
Geld is geen natuurlijke grondstof, en toch bestaat er geen levendiger handel dan met dit bedachte product van de hebzuchtige geest. Bovendien is er winst mee te behalen die dividend of rente wordt genoemd. Kan het nog gekker? Ja dat kan, maar het voert te ver om hier alle vormen van speculatie op te sommen.
Natuurlijk is het gemakkelijk om je hele bezit i.d.v.v. papier op zak te kunnen steken, maar het gaat verkeerd wanneer dit een andere en hogere waarde krijgt toebedeeld dan het oorspronkelijke bezit.
Hierop is onze welvaart gebaseerd, en natuurlijk zakt dat kaartenhuis ooit in elkaar; gefundeerd als het is op een reeks afspraken waar m.n. diegenen aan de bron het maximum voor zichzelf uit proberen te halen, waarmee het telkens weer de zwakheden van het monetaire stelsel aan het licht brengt.
Dit middel is al vaak de oorzaak van crisis geweest, maar in het verleden ging het meestal om een plaatselijke malaise. Met de globalisering van de economie merken we ook langzamerhand de gevaren van een mondiale neergang.
Het is niet het middel “geld” dat een gevaar inhoudt, maar wel haar opwaardering naar de status van absolute macht. Dat de rijkste mensen en bedrijven in geld worden uitgedrukt is een ding, maar dat de hoeveelheid steeds meer genereert, simpelweg omdat het er is, is een scheefgroei die nauwelijks nog valt recht te zetten. Rijk wordt automatisch rijker, en omdat het getal beperkt is in haar grootte, houdt dit tevens in dat arm steeds armer wordt.
De boosdoener heet rente, de vanzelfsprekende groei van een middel dat in zichzelf geen feitelijke waarde heeft. “Je kunt geld voor je laten werken”, is het dogma, maar geld doet niks, al doen wij nog zo hard ons best te geloven dat het een plant is die groeit…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten