donderdag 20 juni 2019

Epos over de mens CLXXXV



De rust der heuvelen die ooit schommelden in d’ochtendzon
De herder tussen zijn schapen een nieuw avondlied verzon
Op zijn fluit speelde hij dit lied voor eenieder te aanhoren
in het songfestival der dalen klonk het best wel naar behoren
voor wie van zulke liederen houdt, het een plaats weet te geven
tussen wijde blik, hoge bomen, heggen en dorpse dreven
Deez’ liederen zijn verstomd, maakten plaats voor schallende geluiden
De stilte verscheurd door knallende motoren en wenende bruiden
die hun prinsen in de manege van de witte paarden zien vallen
met hun harses tegen de reclame knallen die het gelag betaalt
voor eenieder die het galopperend diploma haalt
Het is helaas maar weinigen gegeven om in stilte te leven
in een wereld vol vermaak, vertier en kermispret
behalve in dromenland, eenzaam in bed.

Voorbestemd om uit te roeien
naar dat zelf verklaard model te groeien
omdat we ergens last van hebben
is die last zwaar om dragen
omdat het zelden zal dagen
dat deez hoogmoed 
ons uiteindelijk de das om doet

Geen opmerkingen:

Een reactie posten