zondag 7 augustus 2011

Na enkele weken te zijn weggeweest

Verhuizen geeft veel rompslomp. Het is een hoop werk, en allerlei andere zaken komen niet meer aan bod. Zeker als je ook nog een fulltime job hebt die inclusief reistijd ruim 50 uur van je tijd afknabbelt.

Ik geef eerlijk toe dat ik hondsmoe was, de eerste paar weken in mijn nieuwe baan. Aanpassen aan de nieuwe arbeidsethiek en tot 9 en half uur aan de telefoon, waarna je kop zoemt als een nijdig horzelnest. Sinds een paar weken weet ik waarom helpdesks een slechte reputatie hebben.

Niet omwille van het niveau van de medewerkers die in het algemeen over voldoende kennis beschikken, maar wel de werkdruk. Gesprek na gesprek totdat je afgestompt zelf nog nauwelijks weet wat een internetverbinding is. Mensen bellen voor de gekste dingen. Als hun pc het laat afweten heeft de provider het gedaan. Het ligt lang niet altijd aan het signaal als klanten klagen.

De dronkaard die denkt dat "zijn internet" is gehackt, waarom hij niet meer op MSN kan. De muisaanwijzer die bevriest, en het komt niet in de beller zijn hoofd op dat de muis wellicht aan vervanging toe is. Oude spullen, onkunde en volkomen digibetisme bevolken de telefoonlijnen, om maar te zwijgen van de tallozen die gewoon om een praatje verlegen zitten. Wie kan daar tegenop, en wie verwondert het nog dat wachttijden oplopen en een metalige stem tenslotte adviseert op een later tijdstip terug te bellen.

De helpdesk als moderne klaagmuur en zondebok voor al wat mis kan gaan.  Als er iets is dat ik de afgelopen weken heb geleerd is het wel dat de mensheid de nieuwste religie heeft ontdekt: het altaar van Internet. Alleen zijn de lijnen korter. Ging men vroeger te biecht, en staarde in het donker naar de abstracte God die wel of niet vergiffenis bood. Tegenwoordig pakt men de telefoon en belt, al dan niet gratis, naar de vervangende priester van de helpdesk die het af laat weten zodra blijkt dat het verwachte wonder niet in vervulling gaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten