zaterdag 10 augustus 2019

Epos over de mens CCCXXXVIII



Er was eens een arrogant kaboutertje
dat het grote land wilde leiden
daarom loog hij zich een plaats vooraan
waar zijn gelul gemakkelijk werd gehoord
ze over zijn geouwehoer zeer tevreden waren
omdat ze zelf niks zinnigs zegden
Zo werd kaboutertje Grote Leider
in het land van miskleunen
Hij was lollig en een flaterjager
iedereen had plezier
niemand zag dat ze ten onder gingen
weggespoeld door het riool van tijd
onbeholpen nagejouwd door wie verder gingen
omdat ze moesten, zonder keuze waren
in de erfenis van haat en nijd
waarin kaboutertje zijn arrogante handen wreef
want hij had het mooi voor elkaar
alles was kapot en hijzelf niet eens de sigaar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten