woensdag 14 augustus 2019

Epos over de mens CCCXLII



Ik zag haar door het gordijn van water
niet meer lopen, ze was verzopen,
weggespoeld door een muur van regen
kwam ik haar toch weer tegen
toen ik eveneens werd meegesleurd
opgebeurd, over de haag getild
waarachter zij was neergesmeten
haast vergeten had ik haar niet gevonden
er toch nog doeken rond gewonden
om haar te drogen in mededogen
tot ze vriendelijk lachte
ik haar water te drinken gaf
waarvoor ze vriendelijk bedankte

Geen opmerkingen:

Een reactie posten