De gids reageerde verrast maar was meteen bereid zodra ze begreep wie belde. We spraken af in een restaurant in de omgeving.
Ze had materiaal meegenomen; touwen, haken waarom ik vreesde dat ze mijn speleologische vaardigheden te hoog inschatte. Ze lachte. “Nee hoor. Ik neem je mee in een andere grot ‘El Gato’, interessanter dan die je hebt gezien maar niet geschikt voor groepen. Eigenlijk gesloten voor publiek. Jij bent de eerste buitenstaander in dertig jaar.”
“Een hele eer.” Ze grinnikte.
Het materiaal bleek meteen nodig, eerst omhoog, vervolgens omlaag. Brigitte ging voor, hielp mij over de hobbels maar gevaarlijk was het niet. Het liet zien waarom ze niemand toelieten; de gemiddelde toerist zou in zijn broek schijten van angst.
Na wat kruip door - sluip door kwamen we in een zaal met indrukwekkende formaties. Ik richtte de lantaren die ze mij had gegeven. Magnifiek. Het licht weerkaatste op de vochtige druipsteen en toverde een schitterend kleurenpalet.
“En?”, vroeg ze gespannen.
“Fantastisch.”
“Het wordt nog interessanter. Kom, volg maar.”
Ze wist te verrassen. Dit soort tekeningen zag ik niet eerder. Ik wist niet eens dat het bestond. “De pornozaal”, grinnikte ze.
“Hoe oud?”
“Tenminste vijfendertigduizend jaar, waarschijnlijk iets ouder. Er zijn aanwijzingen dat het door Neanderthalers is gedaan, maar zeker is dit niet.” Niet alleen copulerende mensen, er waren ook dieren afgebeeld maar het was overduidelijk waarom het hier ging.
“Ritueel?”
“Waarschijnlijk. Ik kan me niet voorstellen waarom anders. Ze leefden in groepen en zagen het van elkaar. Ze waren erbij, dus zal het niet zijn bedoeld als opwindende motieven. Ik denk, maar dat is mijn mening dat het een ode aan de bevruchting is.”
Ik knikte, hurkte bij een van de tekeningen. “Zie je dit? Het gaat niet over seks maar over eenwording.” Brigitte knielde naast mij. “De nadruk ligt niet bij de daad maar op wat er gebeurt. Kijk naar die uitdrukkingen. Dat ken ik alleen uit later werk, uit de christelijke iconologie, die hemelse blik.”
“Het orgasme?”, opperde ze.
“Dat geloof ik niet. Ik krijg het gevoel dat ze wisten wat er gebeurt als man en vrouw zich verenigen, het hele proces, haast niet voorstelbaar.”
“Wat bedoel je?”
“Waarom weten wij wat er gebeurt als ik jou een kind maak?”
“De medische wetenschap maar die bestond nog niet.”
“Dat bedoel ik. Zij wisten dat zaad het eitje bevrucht, dat ze leven gaven, de ontwikkeling in de baarmoeder, anders verbeeld je het niet zo. Zij waren zich bewust en wisten niet alleen, ze begrepen.”
“Denk je? Niet waar de wetenschap vanuit gaat. Dit waren primitieve mensen.”
“Primitief is niet hetzelfde als onwetend. Ik kan het niet verklaren maar als kunstenaar is dat het eerste wat bij me opkomt. Dat ze het gevolg snapten kan ik begrijpen maar dit gaat verder. Hierin zit sturing. Dit is een bewuste daad, geen lust; ik heb zin, ik wil je neuken en we zien wel wat eruit voortkomt. Deze twee weten wat ze doen. Kom, we zullen de andere tekeningen van dichtbij bekijken. Als ik gelijk heb zullen we meer aanwijzingen vinden.”
Dat deden we. Dat het niet eerder werd opgemerkt was te verklaren. Wetenschap gaat te veel uit van de aanname dat primitieven niet over de benodigde kennis beschikten, maar wie zegt dat? Ik begreep wel dat mijn bevindingen niet zouden worden overgenomen; te speculatief, maar toch, ik kon het niet anders zien.
Brigitte was het voorzichtig met me eens. “Ik kan me voorstellen dat ze een dode zwangere vrouw opensneden, maar dan nog, om het verband te leggen is wel een enorme stap.”
“Je bekijkt het te analytisch. Dit gaat niet over biologie maar over liefde. Zij delen bewust terwijl ze begrijpen wat er gebeurt. Zij beleven samen. De vrouw is geen dier dat bevrucht moet worden maar het is ook geen wellust. Ze smelten samen wat bewijst dat voor hen de daad veel meer was dan een methode om tot nageslacht te komen of om elkaars lust te bevredigen. Zij begrepen beter dan de huidige mens waartoe het dient.”
“Dat is?”
“Hechting. De unieke beleving van eenwording wanneer je je verenigt. Daarover gaat dit, zelfs bij de afgebeelde dieren. Wat je ziet is pure liefde. Ik weet niet of dieren het zo beleven maar volgens de makers van deze tekeningen wel. Als dat zo is zet het onze hele biologische voorstelling op de kop. Dan wordt de vereniging voor elk wezen het allerbelangrijkst, niet omdat we ons op die manier voortplanten maar omdat er zonder geen bestaansgrond is.”
“Gaat dat niet wat ver?”
“Wat ervaar jij als je vrijt?”
“Lekker”, grinnikte ze.
“Dat hoop ik voor je, maar wat ervaar je, wat gebeurt er met je? Je bent niet hetzelfde, nietwaar, zoals je hier naast mij zit of als we ons zouden verenigen? Je verandert, dat is wat zich voltrekt, dat wat veranderd is hier zichtbaar gemaakt en ik ken geen enkele precedent.”
“In de kunst?”
Ik knikte. “Ik heb seksualiteit vaak als uitgangspunt genomen, heb masturberende mannen en vrouwen geschilderd maar ik ben nooit op het idee gekomen de copulatie te verbeelden. Misschien had ik het dan gezien. Als je het zelf doet ben je te veel betrokken, er is geen afstand. Deze mensen leefden in groep, ze werden er bij voortduring mee geconfronteerd maar ze keken niet door een pornografische bril. Het ging niet om de daad maar om de verandering.”
“Zo heb ik het ook nooit bekeken”, gaf Brigitte toe. “Je gaat ervan uit dat je het doet om lust te bevredigen, misschien een kind te verwekken, om het plezier maar niet omdat je op zoek bent naar verandering in jezelf.”
“Verandering die je alleen bereikt door je te verenigen. Daarin zit een zekere logica. Om lust te bevredigen heb je niemand nodig, om een kind te verwekken natuurlijk wel, maar de mens doet het en dieren waarschijnlijk ook omdat het verandering mogelijk maakt. Dat is de reden waarom we copuleren en als het niet lukt die verandering te bereiken voelen we ons genomen. Dat kan een heleboel verklaren. Waarom de verkrachter telkens opnieuw verkracht bijvoorbeeld. Hij vindt niet wat hij zoekt en blijft proberen.”
“Wat is die verandering? Kun je het benoemen?”
Ik dacht na, probeerde het te beleven. “Kom eens tegen me aanzitten.” Brigitte aarzelde niet, schoof naar me toe. Ik hield haar vast. “Ontspan, samen met mij.”
We werden één ondanks de warm gevoerde kleding die behalve handen en gezicht geen plekje huid vrijliet smolten we samen. Het gaf rust, dat wist ik, maar wat gebeurde er verder? We bereikten elkaar, ook dat kende ik, maar er gebeurde nog iets; we bereikten onszelf. Waarom had ik dat over het hoofd gezien? Om de ander te bereiken heb je in de eerste plaats jezelf nodig. Daarover gingen de tekeningen; de verandering door jezelf open te stellen, veel meer dan elkaar bereiken.
Anders dan bij meditatie waarbij je jezelf bereikt alleen voor jezelf, gericht op wie je bent. De verandering door middel van contact gaat ook over jezelf maar ditmaal in dienst van het totaal. Dat klinkt eenvoudig en vanzelfsprekend maar is het niet. Ik was altijd uitgegaan van wisselwerking maar dat was niet het belangrijkst omdat die ontstaat door het onderliggende.
Zie het als voorwerp. Je kunt jezelf vastpakken om het bijvoorbeeld weg te geven. Het gaat niet over jou wat ook zo voor de ander is waardoor je als het ware van plaats wisselt terwijl je toch blijft waar je bent. Dat verklaart de versmelting, waarom je kunt voelen als twee in een. De onlosmakelijkheid zit niet in vereniging maar in zelfbeleving op het diepste niveau dat anders onbereikbaar blijft. Dat is wat het anders maakt waartoe je alleen niet in staat bent. Je wordt een ander mens al is het nog zo kort. Geen goddelijke bewustwording, niet het hoogste, maar de eigen kern, het diepste zelf dat de mens kent. Daar waar hij is ontstaan, waar hij heengaat, waarom het orgasme wel met doodservaring - le petit mort - wordt vergeleken maar dat klopt niet; als het zo is is het juist het ultieme leven. Je kunt niet levender zijn dan tijdens de daad. Daarnaar zocht de primitieve mens, niet naar het religieuze. Dit bewees mijns inziens dat het begrip god nog niet bestond. Het was niet nodig omdat dat wat zij nodig hadden in henzelf zetelde dat ze wisten te bereiken door zich te verenigen. Hier lag het geheim van waarom wij er nog altijd zijn. Zonder dit besef was het niet tot copulatie gekomen. Het is een contraproductieve daad in het licht van overleven. Je bent gefocust maar niet op de omgeving die zeker in die tijd verdomd vijandig was. Neuken hield een risico in maar was dat risico waard. Dat en niets anders zorgde voor ons voortbestaan.
Nadien in het restaurant, nadat Brigitte was vertrokken zette ik mijn bevindingen op papier. Wat hierboven staat is de neerslag van wat ik daar beneden ondervond en ik geloof het nog steeds.
De rotstekeningen waren een eerste bewijs van onze zoektocht. Dat waaruit uiteindelijk de godsdiensten voortkwamen omdat we onszelf kwijtraakten toen we het buiten onszelf gingen zoeken. We dragen het in ons; de reden voor ons bestaan is het sublieme dat je kunt bereiken als je de ander toelaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten