maandag 4 november 2019

Epos over de mens CDXXVIII



Steenkoolpaddestoelen groeien in de mijnen
niet in de jouwe, dat had je gedacht
gewild en gehoopt maar zo is het niet
zal het ook nooit zijn want jij hebt geen mijn
hooguit een piepklein gaatje in de grond
niet al te diep dan is het zo gepiep
dat je landje onderliep, de kelder blank
de tuin verzopen ben je op ’t dak gekropen
tot iemand je kwam redden
maar er was niemand meer
de wind had allen weggevaagd
door de zon geschroeid
temperaturen van honderd graden
snelheden tot duizend per uur
en het water steeg tot vele meters boven de nok
waar je je tot het laatst aan vastklampte
huilde: ‘Ik kan er niks aan doen
Het is allemaal de schuld van de ander
van de politiek, het grootkapitaal
wat maakt dat beetje uit
van mijn tweedehands autootje
het vlees dat ik elke dag eet
mijn vakantietje maar twee keer per jaar
het pakje sigaretten dat ik rook
ik scheid de kilo’s afval die ik produceer
hou de economie in stand
want ik koop zodra het verschijnt
zorg dat arme kindjes ook wat verdienen
niet veel, want dat kan ik niet betalen
Ik verdien dit echt niet
want ik verbruik alleen GROENE ENERGIE!’

Hypocrisie zal het rijk der hemelen betreden 
Anderen hebben geen toegang

Geen opmerkingen:

Een reactie posten