- ‘This will cost a part of my harvest,’ the
farmer grumbles, ‘he will destroy quite some.’ Scolding he drives the donkey. The animal trots unmoved further with the thumping car.
It takes more than an hour before they reach
the village where Tork is taken over by caring female hands and he is still unconscious
when they undress him and put him in bed where they drip water in his mouth. He
smacks with nasty swollen lips, but does not wake up. It will take two days before
he opens his eyes and asks where he is.
Without realization he informs after the dogs. The
women shake their heads sad. The farmer didn’t see any
dogs.
Very slowly his memory comes back and he
becomes silent what the women explain as grieve for his lost. They surround him
with even more care and Tork feels his strength grow, life coming back; his
first dodgy steps and his first conversation with the farmer.
It takes two full weeks before he is recovered
that much that he can travel in the back of the donkey-car to town where the
farmer buys a train ticket for him. Tork promises to pay the money back, but
the farmer smiles. ‘Make sure that you get home in one piece,’ he grins while
Tork climbs in the old wagon.
Thinking he stares at the passing scenery, one
hand around the amulet. There in the distance his journey began, together with
the dogs. He will never forget them or his quest and wonders if he will notice
that the world is free of Gods.
-
‘Dat kost me een deel van de oogst,’ gromt de boer, ‘hij zal heel wat kwetsen.’
Scheldend maant hij de ezel. Het dier stapt onaangedaan verder met de bonkende
kar.
Het
duurt ruim een uur voor ze het dorp bereiken waar Tork door zorgzame
vrouwenhanden wordt overgenomen en hij is nog altijd buiten bewustzijn wanneer
ze hem uitkleden en in bed stoppen waar ze water in zijn mond druppelen. Hij
smakt met afzichtelijk gezwollen lippen, maar ontwaakt niet. Het zal twee dagen
duren voordat hij de ogen opent om zich af te vragen waar hij is.
Zonder
besef informeert hij naar de honden. De vrouwen schudden bedroefd het hoofd. De
boer heeft geen honden gezien.
Heel
langzaam komen de herinneringen en hij vervalt in zwijgen wat de vrouwen
uitleggen als treuren om zijn verlies. Ze omringen hem met nog meer zorg en
Tork voelt zijn krachten toenemen, het leven terugkeren. De eerste wankele
passen en het eerste praatje met de boer.
Het
duurt twee volle weken voordat hij zover is opgeknapt dat hij achter op de
ezelskar naar de stad kan waar de boer het treinkaartje voor hem koopt. Tork
belooft het geld over te maken, maar de boer glimlacht. ‘Zorg maar dat je
heelhuids thuiskomt,’ grinnikt hij terwijl Tork in de verouderde wagon klimt.
Nadenkend
staart hij naar het voorbijglijdende landschap, een hand rond de amulet. Daar
in de verte begon de tocht, samen met de honden. Hij zal hen en deze reis nooit
vergeten en vraagt zich af of hij zal merken dat de wereld vrij van Goden is.