zaterdag 2 februari 2013

WANDERBACH the END


- ‘This will cost a part of my harvest,’ the farmer grumbles, ‘he will destroy quite some.’ Scolding he drives the donkey. The animal trots unmoved further with the thumping car.
It takes more than an hour before they reach the village where Tork is taken over by caring female hands and he is still unconscious when they undress him and put him in bed where they drip water in his mouth. He smacks with nasty swollen lips, but does not wake up. It will take two days before he opens his eyes and asks where he is.
Without realization he informs after the dogs. The women shake their heads sad. The farmer didn’t see any dogs.
Very slowly his memory comes back and he becomes silent what the women explain as grieve for his lost. They surround him with even more care and Tork feels his strength grow, life coming back; his first dodgy steps and his first conversation with the farmer.
It takes two full weeks before he is recovered that much that he can travel in the back of the donkey-car to town where the farmer buys a train ticket for him. Tork promises to pay the money back, but the farmer smiles. ‘Make sure that you get home in one piece,’ he grins while Tork climbs in the old wagon.
Thinking he stares at the passing scenery, one hand around the amulet. There in the distance his journey began, together with the dogs. He will never forget them or his quest and wonders if he will notice that the world is free of Gods. 

- ‘Dat kost me een deel van de oogst,’ gromt de boer, ‘hij zal heel wat kwetsen.’ Scheldend maant hij de ezel. Het dier stapt onaangedaan verder met de bonkende kar.
Het duurt ruim een uur voor ze het dorp bereiken waar Tork door zorgzame vrouwenhanden wordt overgenomen en hij is nog altijd buiten bewustzijn wanneer ze hem uitkleden en in bed stoppen waar ze water in zijn mond druppelen. Hij smakt met afzichtelijk gezwollen lippen, maar ontwaakt niet. Het zal twee dagen duren voordat hij de ogen opent om zich af te vragen waar hij is.
Zonder besef informeert hij naar de honden. De vrouwen schudden bedroefd het hoofd. De boer heeft geen honden gezien.
Heel langzaam komen de herinneringen en hij vervalt in zwijgen wat de vrouwen uitleggen als treuren om zijn verlies. Ze omringen hem met nog meer zorg en Tork voelt zijn krachten toenemen, het leven terugkeren. De eerste wankele passen en het eerste praatje met de boer.
Het duurt twee volle weken voordat hij zover is opgeknapt dat hij achter op de ezelskar naar de stad kan waar de boer het treinkaartje voor hem koopt. Tork belooft het geld over te maken, maar de boer glimlacht. ‘Zorg maar dat je heelhuids thuiskomt,’ grinnikt hij terwijl Tork in de verouderde wagon klimt.
Nadenkend staart hij naar het voorbijglijdende landschap, een hand rond de amulet. Daar in de verte begon de tocht, samen met de honden. Hij zal hen en deze reis nooit vergeten en vraagt zich af of hij zal merken dat de wereld vrij van Goden is.

vrijdag 1 februari 2013

WANDERBACH page 247


Finally he reaches the stony path through the mountains from where he saw the Wanderbach smoke. It is a bit easier now, but Tork crawls more then he goes. Up, to roll down at the other side.
He is exhausted and hardly notices that the path becomes wider, smoother and that he has to climb less.
At the end he falls down at the edge of the road. His last forces consumed and in this no-man’s-land rescue is not likely.

On the bench of a donkey-car a farmer dozes bended. The beast of burden knows the way. It is not needed to drive her.
Suddenly the donkey stops.
- ‘Rebellious bitch!’ the farmer growls and climbs from the bench. While he walks to the front he sees in the distance something dark on the road. He can’t see well in the twilight. It arouses his suspicion. There still live bandits in these mountains. Ruthless, poor people, that even see a rich man in a cottier. He knows some that are emptied by them and his freight is not without value, what makes him careful when he walks towards the dark bundle.
- ‘It’s a man!’ The farmer peers into the surrounding bushes, afraid for devils that arise from the ground, but there is nothing, and he shuffles tensed forward, one hand on the knife in his belt.
He is death; he thinks when he bends over the body. But as soon as he shakes a shoulder he hears a light moaning. The farmer straightens and runs back to the car where he grabs some oranges from the load. He walks back and slices the fruit above the mouth of the groaning man.
Tork sighs for pain when the corrosive juice sips between his burst lips, but it doesn’t bring him to awareness.
The farmer lifts him. Head and feet dangle rough when he carries him to the car. 


Uiteindelijk bereikt hij het stenige pad door de bergen vanwaar hij de rook van Wanderbach zag. Het gaat wat gemakkelijker nu, maar Tork kruipt meer dan hij gaat. Omhoog, om aan de andere kant omlaag te rollen.
Hij kan niet meer en merkt nauwelijks dat het pad verbreedt, vlakker wordt en hij minder moet klimmen.
Tenslotte zakt hij uitgeput langs de kant van de weg. De laatste krachten verbruikt en in dit niemandsland is redding onwaarschijnlijk.

Op de bok van de ezelskar zit de boer ineengedoken te dommelen. Het lastdier kent de weg. Het is niet nodig haar te mennen.
Plotseling blijft de ezelin staan.
- ‘Weerspannige teef!’ gromt de boer en klimt van de bok. Terwijl hij naar voren loopt ziet hij verderop iets donkers op de weg. In de schemering kan hij niet goed zien. Het wekt zijn argwaan. Er leven nog struikrovers in deze bergen. Nietsontziende, arme lieden, welke zelfs in een keuterboer een rijkaard zien. Hij kent er die door hen zijn uitgeschud en zijn vracht is niet zonder waarde, wat hem voorzichtig maakt wanneer hij naar de donkere bundel loopt.
- ‘Het is een man!’ De boer tuurt in het omringend struikgewas, bang voor duivels die uit de grond oprijzen, maar er is niets, en hij schuifelt gespannen naar voren, een hand op het mes in de riem.
Hij is dood, denkt hij wanneer hij over het lichaam buigt. Maar zodra hij het bij een schouder schudt hoort hij een licht kreunen. De boer veert recht en holt terug naar de kar waar hij wat sinaasappels van de lading haalt. Hij loopt terug en snijdt de vruchten open boven de mond van de steunende man.
Tork kreunt van pijn wanneer het bijtende sap tussen zijn gesprongen lippen drupt, maar het brengt hem niet bij bewustzijn.
De boer tilt hem op. Hoofd en voeten bungelen ruw wanneer hij hem naar de kar draagt.