vrijdag 18 januari 2019

Epos over de mens XXXIII



Vuur werkt wel sprak de knaller en stak zijn lontje aan
tot hij ontplofte waarna het eindelijk was gedaan
met het lawaai van horendol en sprekenstom,
roerden alle dieren hun eigen trom,
vierden feest tot ’s morgensvroeg
om de stilte waarover niemand zich bekloeg.  

Het is een egoïstisch beest dat het meest toch wel aan zichzelf denkt,
aan de ander niet veel gelegen laat en aan het andere nog wel het minst,
banjert het door groen, woud en bos, de velden zijn van hem,
ook al wat het natuur noemt heeft te lijden van zijn stem,
van zijn lawaai en zijn verkeer, ontginning en nog veel meer
eigent het zich toe; van te nemen wordt het nooit moe
en zelfs het geven doet het om zichzelf, om het profijt dat het ervan heeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten