zondag 27 januari 2019

Epos over de mens XLI


In de duistere straten lichten de pleinen
in stad of land razen ontelbare treinen
glijden over onnoembare sporen
zo zacht dat niet is te horen
hoe stilaan de toekomst nadert
zonder dat deze vergadert
over wat komen gaat of niet,
het leed, de pijn en het verdriet
om hoe het had kunnen zijn
wanneer het ongefundeerd chagrijn
achterwege was gebleven.
Man, dat zou pas een zegen zijn!

De meesterknecht verliet zijn meester en begon voor zichzelf
in het kleine pand, niet zo ver van het strand
waar geen zee te hoog voor hem ging
deed hij zijn waardevolle ding onder het donkere gewelf
verlichtte één enkele kaars zijn daden
waarover de mensen nog heel lang spraken
omdat het ieder van hen in staat had gesteld
zowel de toekomst als het verleden te bewaren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten