donderdag 28 februari 2019

Epos over de mens LXXIII


Klakhak, de tamboerijn tovert, tinkelt tonen uit de gitaar.
De zwarte met lange benen, zo bloot onder lang gekleurd stof
reikt tot haar hals. Hout stampt en handgeklap.
Ik doe mee en tover muziek uit lucht die zich verdicht tot koele zwoelte.
Zo dicht en toch zo ver, van hier tot aan de vlonder,
waar klakhak wulps beweegt, waar ze wervelt voor mij.

Waartegen weer ik mij?
Het weer in mijn kleren waait van de wasdraad,
vogels achterna, als pagaaivleugels, wolkenslieren,
nefast blauw,
behalve de oude onderbroek
vol vlekken, getuige van een warrig liefdesleven.

Bijna teveel maar toch te weinig
brak het water in tweeën.
Zij schaamde zich
in haar heftige weeën van verlangen
braken tussen haar dijen, spleten haar lippen
tot winterkloofjes.
Pijn bedaard niet, gaat niet over
maar blijft drammen in haar buik
waar het gonsgeurt van krampen.

Vrees niet, kleine jongen, omdat het meisje 
aan je piemel trekt.
Het wordt niet langer,
ze neemt het ook niet mee.’
Grote ogen loeren naar het ene oogje,
kust het in gedachten
tot hij zichzelf sidderend prijsgeeft.

woensdag 27 februari 2019

Epos over de mens LXXII


Veel deed hij er niet aan.
Eigenlijk geen klote!
Hij was te lui of te ziek
om zich te bekommeren.
Daarom zocht zij hem op.
Vertelde sprookjes, zoemde in zijn oor.
Dat bracht hem op andere gedachten.

‘Wuist u weleens?’
Zo verbaasd dat hij lachte,
grijnsde zijn tanden bloot
en ontwapende.
Ze hoestte slechts eenmaal
toen ze haar borst ontblootte,
hem naar zich toetrok om te bijten.

‘Breek mij en ik frunnik jou’, beloofde zij met schitterende ogen,
bol van pracht staarden naar het einde van haar slanke voeten.
Ik begreep haar niet.
Niet zo verwonderlijk als je begrijpt dat zij niet voor mij bedoeld was.
Veeleer voor zichzelf, of anders voor haar moeder die mij toch niet kende,
kende ik haar evenmin. Had haar zelfs nooit gezien,
noch gekust op haar ranke lippen vlinderend in mijn buik.

Ben Goedgemutst samen met zijn broer, Stoute Karel,
deden het zo vaak ze konden met elkaar, maar liever nog met anderen
keken toe terwijl zij misnoegd hun hoofd schudden.
Had ik het geweten,
ik had me wel tweemaal bedacht
voor ik mijn zegen gaf
aan de praalpracht die ze leenden
van die ander die zijn hoofd verloren was.

dinsdag 26 februari 2019

a year ago it snowed

click pic to enlarge

koolmees - great tit, Vroenhoven (B)

gele kwikstaart - yellow wagtail, Albert canal Kanne (B)

pimpelmees - blue tit, Kanne (B)


winterkoning - wren



oranje berkenspanner - orange underwing, Caestert plateau (B)




citroenvlinder - brimstone, Observant (NL)















Poppelmonde




loopkever - ground beetle

kraanvogels - cranes


Jeker valley (NL)

Neercanne (NL)

Cannerberg (NL)


Jeker valley

Cannerberg (NL)

Epos over de mens LXXI



Het dobberde en oogde naar perfectie.
Dat dacht hij toen hij het zag
met haar wie zich erop in evenwicht hield.
Ze wilde niet vallen, haar bikini natten
die beslist zou tonen van het zware water.
Ze wilde wel lonken, begeren of flirten,
maar zonder zich bloot te geven.

Voorbij het zwembad
waar de blote meisjes zonnen,
schuilt de tuinman onder de hibiscus
en steekt zijn ogen uit.

‘Vreselijk toch’, stootte zij hem aan,
porde met een elleboog zijn ribbenkast tot gruis.
Hij verblikte niet, wel bloosde hij,
terwijl hij hinkelkruipend naar veiligheid zocht
en vond onder haar wijd uitslaande rokken.

Meer van hetzelfde doofde de ontelbare sigaret
op de rand van de vensterbank
terwijl hij keek hoe zij zich uitkleedde.
Haar blik gekluisterd aan de hand die zijn kruis krabt.

maandag 25 februari 2019

Red Admiral Brimstone

click pic to enlarge

ekster - magpie, Campagne Maastricht (NL)


Jeker river

boerengans - domestic goose, Townpark


citroenvlinder - brimstone




Cannerberg (NL)


klein hoefblad - coltsfoot, Hoogcannerbos (NL)

atalanta - red admiral, Muizenberg Kanne (B)




Poppelmonde (NL - B)

Apostelhoeve (NL)

Kanne (B)

Jeker river (NL)



koolmees - great tit, Cannerberg (NL)

torenvalk - kestrel














Wolderfield (NL)

wilde krokus - crocus